4×4 roadtrip Tibet : Shigatse en omgeving
Shigatse is na Lhasa de grootste stad in Tibet en huisvest zo’n 720.000 mensen. Veel toeristen bezoeken de stad omdat deze in een prachtige natuurlijke omgeving is gelegen, een typisch hoogplateau op 3.800 meter. De trekpleister bij uitstek is het 600 jaar oude Tashilhunpo klooster.
Het Tashilhunpo klooster
We genieten van een heerlijke noodle soep in een klein restaurantje. Thee hoort er overal gratis bij en er wordt je geen kans geboden om het bekertje leeg te drinken.
Na enkele politiecontroles (snelheidsmetingen) bereiken we uitgeput Shigatse. We vinden er al snel een betaalbaar hotelletje : “Cai Hong” of “Rainbow Hotel” voor 8 euro per nacht. De kamers zijn aan de kleine kant en zien er afgeleefd uit maar toch voorzien we hier twee nachten.
De koorts komt op en met mijn stem gaat het alsmaar slechter ondanks de antibiotica. Ik besluit meteen in bed te kruipen terwijl mijn vrouw de stad in trekt op zoek naar een restaurantje. Later op de avond brengt ze een lekkere portie onbekende lekkernijen mee voor mij, met vooral een enorme hoeveelheid look. De koorts blijkt redelijk snel te zakken maar de keel en de stem blijven achter.
Dit moet een rustig dagje worden. Het sterk lookgerecht van de vorige avond heeft wonderen verricht want ik voel me stukken beter.
We trekken richting Tashilhunpo, een enorm klooster net buiten Shigatse dat de traditionele zetel bevat van de Panchen Lama. Dit is de hoogste in rang na de Dalai Lama. Het klooster werd opgericht in 1447 door Gedun Drub, de neef van de eerste Dalai Lama.
In 1791 werd het aangevallen door Nepalese Gurkha strijders maar deze werden verdreven door de Chinezen. Sindsdien is de tempel onder controle van de Chinezen.
De 11e Panchen Lama, Choekyi Gyalpo, werd officieel voorgesteld door de Chinese overheid maar wordt niet geaccepteerd door de Dalai Lama en de Tibetanen. Volgens de Dalai Lama is Gedhun Choekyi Nyima de enige echte 11e Panchen Lama die nog steeds wordt vastgehouden door de Chinese overheid.
Het kloosterdomein is met zijn 70.000 m2 eigenlijk een ommuurd dorp op zich met als uitschieters de verschillende tombes met hun gouden daken waar de voormalige Panchen Lama’s rusten.
Je kan een uurtje uittrekken voor een wandeling tot aan de bergen achter het domein maar wij verkozen het niet te doen omwille van de absurde tarieven die men er vraagt als je de verschillende tombes en tempels wil bezoeken. De geplaveide straten rondom het domein zijn ook de moeite waard om wat rond te hangen. Er heerst een gezellig drukke sfeer. Talloze Tibetanen in verschillende geuren en kleuren passeren er de revue.
Rond de middag besluiten we om een ander hotel te gaan zoeken omdat zowel onze douche als het toilet het laten afweten. We trekken voor dezelfde prijs in het Dong Fang met een betere en ruimere inrichting.
Na het middageten bezoeken we de stad en kunnen we het thuisfront wat informatie sturen in een internetbar. De stad zelf heeft niet zoveel te bieden. Het is er enorm druk en soms heb je met twee ogen niet genoeg. Net als in Lhasa heb je hier een overgroot uit zijn voegen barstend Chinees deel en een klein Tibetaans deeltje in de oude stad.
Bezoek aan een traditioneel Tibetaans boerengezin
Omstreeks 15.00 uur zijn we het beu gezien en vragen we onze chauffeur om ons het authentieke Tibetaanse buitenleven te tonen. Eenmaal buiten de stad volgen we een prachtige asfaltweg en passeren verschillende primitieve nederzettingen waar overal boeren aan het werk zijn in hun velden. We laten Wang Wei stoppen bij een willekeurige nederzetting waar we een poging wagen om contact te maken met de lokale bevolking. Zo’n ‘dorpje’ bestaat doorgaans uit niet meer dan een handvol gebouwen waar verschillende families samenleven. Er zijn enkele vrouwen aan het werk voor hun woningen waar enkele hopen gras en graan liggen te drogen. Met een soort houten riek luchten ze het graan.
Wanneer ze ons zien naderen schieten ze meteen in een luidruchtige lach. Het blijken supervriendelijke mensen te zijn en ze vinden het maar al te leuk om op de foto te komen. Van zodra ze de digitale beelden te zien krijgen is het ijs helemaal gebroken. We worden in hun woning uitgenodigd en worden warm onthaald door de ganse familie. Ze zijn allemaal enorm geïnteresseerd in onze foto’s en de pret kan niet op.
We krijgen een hapje Tibetaans brood te proeven, gemaakt van tarwemeel en water. Het brood wordt niet gebakken, enkel gekneed en is naar onze smaak niet bepaald lekker te noemen. Na het brood volgt een borreltje ‘Chang’, een alcoholische drank op basis van tarwe die een beetje naar bier smaakt en erg populair is in Tibet en Nepal.
De familie leidt ons verder rond in het dorpje en stelt ons voor aan een andere familie die ons meteen naar binnen roept. De woning is prachtig gedecoreerd met indrukwekkende en kleurrijke, fijne verfmotieven. Dit is duidelijk het werk van een geduldige vakman geweest en het wijst er ook op dat deze familie in deze regio best wel aanzien geniet.
We blijven meer dan twee uur in het dorp rondhangen en schieten talloze foto’s van ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen, nonkels, tante’s, broers en zussen… Ze vragen ons om later een aantal foto’s per post op te sturen en dat is iets wat ik met alle plezier zal doen eenmaal terug in Lhasa.
Na het prettige dorpsbezoek houden we halt aan een uitgedroogde rivierbedding met een machtig uitzicht. We besluiten te wachten op het spektakel van de zonsondergang en in afwachting wandel ik met mijn vrouw door een weide in de richting van de bergen waar nog een ander dorpje ligt. Al van ver komt een oud herdersvrouwtje met een grote houten stok ons tegemoet gewandeld. We vrezen dat we slaag gaan krijgen omdat we het hebben gewaagd om over haar weide te wandelen. Maar ook zij vraagt meteen met een brede glimlacht of ze op de foto mag. De onvoorwaardelijke vriendelijkheid en gastvrijheid van deze mensen doet je iets. Het zijn zeldzame ervaringen geworden in onze drukke stressy wereld.
De zonsondergang boven de bergtoppen doet me sidderen. Wat een prachtig land is dit ! Wanneer de toppen rood kleuren en de lucht een intense rode gloed afgeeft vertrekken we rond 19.30 uur terug naar ons hotel.
Meer uit Azië…
Xijiang, dorp van de 1000 families
Phu en Nar trek: Kagbeni tot Tatopani
Maleisisch Borneo: Uncle Tan Wildlife Adventures (5)
Op zoek naar het zen-gevoel in het oude Tongli
Maleisisch Borneo: Bario – Kelabit Highlands (3)
Phu en Nar trek: Meta tot Kyang