Phu en Nar trek: Ranipauwa tot Kagbeni
Indrukwekkende landschappen, frisse ontluikende lentekleuren en zelfs vlinders … dat staat ons vandaag op de vijftiende etappe te wachten. De omgeving ziet er opeens drastisch anders uit dan wat we tot nu toe zagen. We trekken verder naar Kagbeni, aan de oever van de machtige Kali Gandaki, en krijgen een klein voorproefje te zien van het mystieke Mustang.
Dag 15 : Ranipauwa – Kagbeni
Het ganse team zit deze ochtend samen rond de tafel voor het ochtendontbijt. Voor een deel ervan zal het meteen de laatste keer zijn want zij keren vandaag huiswaarts. Het afscheid is onherroepelijk en valt ons zwaar. Er volgen innige omhelzingen en forse handdrukken. Toch hopen we in stilte dat we hen bij onze terugkeer in Kathmandu nog eens te zien krijgen zodat we hen op een uitgebreide diner kunnen trakteren in een restaurant. Nawang zal het proberen te regelen, maar er zijn geen garanties.
Op naar Kagbeni
We trekken vandaag naar Kagbeni langs een nieuw pad dat nog niet zo lang geleden deel uitmaakt van het Annapurna Circuit en voordien verboden terrein was voor toeristen. Het nieuwe pad maakt het nu mogelijk om de drukke verbindingsweg tussen Muktinath en Jomsom te vermijden en dat is een zeer goede zaak. Kagbeni is een dorpje vlak bij Upper Mustang en gelegen in de ruige vallei van de Kali Gandaki. In principe duurt een trek van Muktinath naar Kagbeni niet veel langer dan twee uurtjes, maar wij besluiten eerst nog de pittoreske dorpjes Chongur, Dzong (of Jhong) en Putak te bezoeken dewelke net buiten Muktinath gelegen zijn.
Dit blijkt een sublieme keuze want de tocht is zeer gezellig en relaxerend, dus absoluut aan te raden want echt zwaar wordt het nooit en je krijgt een prachtig beeld van het vredevolle dorpsleven. Tegen de ruige en zanderige berglandschappen komen er hier en daar al frisgroene velden tevoorschijn (ontluikende lente). Bovendien komen we op het ganse traject tussen Muktinath en Kagbeni vrijwel geen enkele buitenlander tegen. Eén van de redenen is het feit dat de meeste trekkers na het oversteken van de Thorung La Muktinath als het eindpunt beschouwen en van hieruit per jeep of bus naar Jomsom rijden. Ze beseffen niet wat ze hier missen …
Onze route loopt doorheen het Mustang district, een voormalig koninkrijk dat vaak het centrum van oorlogen was omwille van zijn strategische ligging, tegen Tibet. Het verloor zijn status van koninkrijk in 2008. De toegang tot ‘Upper Mustang‘ is streng gereglementeerd en zonder peperduur visum geraak je er niet binnen. Op het ogenblik van dit schrijven kost een Mustang permit 500U$ per persoon (10 dagen). Kagbeni is de ‘toegangspoort’ tot Upper Mustang.
Dzong (Jhong) en Putak
De grens met Upper Mustang wordt hier gevormd door een rivierbedding met aan de overzijde Dzong. Om het dorpje te bereiken moet je door de bedding, eerst 160 meter omlaag en dan weer omhoog, maar dit is dan ook het enige pittige stukje op de route. Wanneer we Dzong binnenwandelen lijkt het alsof we in de Middeleeuwen terecht komen. Meteen valt de ruïne op dit boven op een heuvelrug ligt. Het lijkt op de restanten van een burcht maar het zijn overblijfselen van het oude klooster dan destijds uit leem werd opgetrokken.
Lentebloesems bij Dzong gompa
Het ‘nieuwe’ klooster (Dzong Gompa) uit de 16e eeuw ligt aan het einde van dezelfde heuvelrug en kan bezocht worden hetgeen ik overigens met klem aanraad. We worden er in een bijzonder vriendelijke sfeer verwelkomd door een monnik die ons een rondleiding geeft en er zelfs een kopje thee bij doet. Van zodra we de binnenkoer betreden worden we gepakt door de stilte en de schoonheid die er heerst in de vorm van kleurrijke en geurige appelbloesems en spectaculaire uitzichten op de groene velden in de vallei onder ons.
Recht voor ons zien we de indrukwekkende massieven met de Tilicho, de Nilgiri en de Dhaulagiri. We worden er stil van en genieten onder een aangenaam zonnetje van het kopje thee op een bankje onder de bloesems.
De monnik biedt ons aan om een bezoekje te brengen aan de tempel voor een donatie van 100 Rp per persoon. We nemen dit aanbod met plezier aan.
Het klooster huisvest een 40-tal monikken die echter zelden aanwezig zijn. Binnen bewonderen we de interessante muurtekeningen die ondermeer het leven van Boeddha en andere godheden uitbeelden.
30 minuten verder arriveren we in Putak, een piepklein dorpje dat er vrijwel helemaal verlaten bij ligt. We trekken door de smalle steegjes en komen er niemand tegen. Nochtans horen we in de stallen het vee bewegen.
Fossielen zoeken
Amper tien minuten later zitten we op het lange en stoffige pad naar Kagbeni dat doorheen zeer indrukwekkende, zwaar geërodeerde rotslandschappen leidt. Het Mustang district onderscheidt zich van de rest van Nepal door een zeer herkenbaar Tibetaans landschap. Het is droog en ruig met hier en daar weidse en winderige vlakten.
Dit laatste stuk naar Kagbeni duurt twee uur en wordt na een poosje eentonig. Gelukkig is er iets waar we op kunnen focussen… fossielen zoeken. Deze regio van de Kali Gandaki staat bekend omwille van de vele fossielen die hier voor het rapen liggen… ten minste als je je ogen openhoudt.
Het gaat meestal om zogeheten ‘ammonieten’ die eens schelpdieren waren en die je nu op meer dan 3.000 meter hoogte kunt aantreffen, gewoon langs het pad of ook in de bedding van de Kali Gandaki zelf in het droge seizoen. Wij treffen tijdens onze wandeling vier stuks aan.
De Hindoes noemen de zwarte exemplaren van deze fossielen ook ‘saligrams’ en beschouwen ze als manifestaties van de god Vishnu. Er wordt dan ook naarstig gezocht naar de saligrams om ze later te kunnen verkopen.
Kali Gandaki bij Kagbeni
Het laatste stukje van de route is weer een steile afdaling van 500 meter en vereist hier en daar wel wat balanceerkunsten tussen de rotsen door maar het uitzicht op het prachtige dorpje langs de uitgedroogde Kali Gandaki is ronduit overweldigend. De wind die ‘s namiddags door de vallei blaast is berucht omwille van zijn furieuze kracht en de hoeveelheden zand die meegevoerd worden. We mogen dit aan den lijve ondervinden van zodra we de beschermende rotsen achter ons laten. De kracht is niet te onderschatten en maakt de afdaling soms akelig spannend.
Kagbeni
… is een gezellig, bescheiden toeristisch dorpje met ongeveer 1.200 inwoners en een aantal leuke lodges en restaurantjes. Wij kiezen voor de New Annapurna Lodge in Upper Kagbeni waar ons 200 Rp voor een dubbele kamer aangerekend wordt en dit keer inclusief een badkamer en een westers toilet. Hier geldt ook de voorwaarde dat we dineren in de lodge, zoniet wordt de prijs opgetrokken naar 350 Rp. Spreek best af wie wanneer een douche neemt, want als er twee personen in hun kamer tegelijk douchen wordt het water onvoldoende verwarmd.
Het eten is zeer lekker klaargemaakt en het restaurant biedt een fenomenaal uitzicht op de Kali Gandaki vallei. Het is er gezellig vertoeven, mede omdat er WIFI voorhanden is, maar deze is wel aan de trage kant en de connectie wordt vaak verbroken. Helaas laat NCell het hier ook weer afweten.
Uitstapje naar Tiri (Mustang)
Tegenover de police checkpost beneden ligt een bescheiden Applebee’s, een bekende Amerikaanse restaurantketen, met een prachtig terrasje waar je een volle blik gegund wordt op de grotendeels uitgedroogde Kali Gandaki rivier met aan de overzijde de grens met Upper Mustang waar tevens het dorpje Tiri is gelegen.
Upper Mustang is verboden gebied voor toeristen zonder peperdure permit (500U$), maar blijkbaar is het dorpje Tiri aan de grens de enige uitzondering en mag dit bezocht worden zonder de extra permit. We vragen dit voor alle zekerheid nog eens aan een politieman die languit op zijn stoel op het punt zit in te dutten. Hij bevestigt droogjes dat we de rivierbedding mogen oversteken.
We besluiten om het eerst samen te bespreken op het terras van Applebee’s bij een overheerlijke Italiaanse chocolademelk en een ‘crumble apple pie’, maar moeten wel even slikken als we de westerse prijzen te zien krijgen.
Oversteek Kali Gandaki
Rond 15 uur besluiten we de oversteek door de rivierbedding te wagen. Tiri kan bereikt worden in amper 45 minuten, maar er komt ook een beetje geluk bij kijken want ondanks het droge seizoen stroomt er hier en daar nog water door de bedding. Op de smalste plekjes zijn doorgaans boomstammen of noodbruggetjes aangelegd zodat je relatief droog aan de overzijde kunt geraken. Bij zwaar regenweer kan het water aanzwellen en de bruggetjes kunnen wegspoelen.
Eenmaal aan de overzijde volg je gewoon de hoofdweg verder naar het dorpje.
De eerste levende zielen die we er tegenkomen zijn een stel ezels. Een paar minuten later horen we muziek en zien een tent waar blijkbaar een feestje aan de gang is en de alcohol rijkelijk vloeit. Een dronken grijsaard prevelt ons iets toe maar we negeren hem en wandelen verder. Jongeren zijn hun schietkunsten met pijl en boog aan het oefenen langs de weg die naar het hogerop gelegen klooster leidt. Het doel ligt amper vijf meter langs het pad. Met een klein hartje wandelen we voorbij en hopen in stilte dat niemand rare dingen in zijn hoofd haalt. De jongeren blijken echter geen interesse te tonen in ons.
De korte tocht naar de oude gompa op de heuvel is de moeite waard. Niet zozeer voor de kleine gompa zelf maar wel voor het indrukwekkende uitzicht op Tiri, zijn groene velden, de wijde Kali Gandaki en het droge gebied van de Upper Mustang in de overwegend okergele en oranje kleurschakeringen. Helemaal op de achtergrond verschijnen de Thorung La, de Tilicho Peak en de Nilgiri in al hun glorie.
Van zodra we de terugweg naar Kagbeni aanvangen komt ook de krachtige wind opzetten vanuit de vallei. Het is geen pretje om de bedding over te steken terwijl het zand rond je oren vliegt en je amper rechtop kunt blijven staan.
Kag Chode Thupten Samphel Ling Monastery
Tevreden arriveren we weer in Kagbeni. Voor we naar onze lodge stappen willen we het Kag Chode Thupten Samphel Ling klooster (hoe onthoud je zo’n naam?) in upper Kagbeni nog bezoeken. Het blijkt een toeristische trekpleister te zijn en voor de eerste keer tijdens de ganse trekking moeten we daadwerkelijk aanschuiven om binnen te geraken. Het klooster is oud en lijkt grotendeels uit leem opgetrokken. Binnen is het moeilijk manoeuvreren met zoveel andere toeristen rond je heen. Via een krakende houten trap en een zeer smalle gang kan je tot op het dak geraken.
Aan het begin van de trap staat echter een bordje met een waarschuwing om het dak niet te betreden wegens instabiliteit. Maar er is geen controle en iedereen negeert de waarschuwing. Op het dak staan er tientallen toeristen te genieten van de views en we merken meteen waarom het waarschuwingsbordje er staat… je voelt het dak onder je voeten wiebelen. Ik ben er niet gerust in en keer na amper een paar minuten terug naar beneden.
Felle winden uit de Kali Gandaki vallei teisteren de regio
Door de felle winden die dagelijks door de vallei blazen zie je het grootste deel van de dag vrijwel niets van de imposante bergen (o.a. de Nilgiri) om je heen. Alles is in een vage nevel gehuld en dat is erg spijtig. Hopelijk hebben we morgenochtend meer geluk.
Er staat ons morgen een saaie tocht te wachten naar Jomsom. De trek leidt grotendeels door de Kali Gandaki vallei en ook morgen verwachten we dat de wind de grootste spelbreker zal zijn.
Meer uit Azië…
Phu en Nar trek: Kagbeni tot Tatopani
Kathmandu: Pashupatinath tempel en Boudhanath stupa
Phu en Nar trek: Nar tot Ngawal via Kang La
Phu en Nar trek: Kathmandu tot Dharapani
Vissen met de aalscholvers in Dali
Phu en Nar trek: Chule tot Landruk