Wandeling in het dal van de Trôs Marets
De Trôs Marets is een zijrivier van de Warche met een lengte van ongeveer 5 kilometer. Het is een populaire bestemming voor wandelaars. Deze route neemt je 14 km mee door de Hoge Venen en de vallei van de Trôs Marets. Je wandelt door een prachtig natuurgebied, omgeven door ruige rotsen, dichtbegroeide bossen en een kabbelende bergbeek met mooie watervalletjes.
Parkeren aan de Ferme Libert … of toch maar niet?
Deze wandeling begint langs het hotel/restaurant Ferme Libert. Deze bevindt zich pal aan de start van de route.
Ondanks het feit dat er daar een zeer ruime parkeerplaats is en deze er quasi verlaten bij ligt werd ik aan beide zijden van de parking toch geconfronteerd met parkeerverbodsborden met het opschrift ‘Privé – uitgezonderd voor hotelgasten’. Dat vond ik eigenaardig want de vorige keer dat ik hier was kon je er gewoon in alle rust parkeren. Hier en daar las ik al negatieve ervaringen van wandelaars die in deze horecazaak nogal bot werden ontvangen.
Ik denk er niet verder bij na en plaats mijn wagen dan maar op een korte parkeerstrook er tegenover, langs de Route de la Ferme Libert, maar in de drukkere periodes is dit wel iets om rekening mee te houden want dan loop je het risico dat er gewoon geen plaats meer is, want meer dan 10 auto’s passen hier niet.
Het strakke parkeerbeleid aan de Ferme Libert heeft vermoedelijk iets te maken met een overrompeling van wandelaars in de vakantieperiodes waardoor een groot deel van de parking ‘misbruikt’ wordt door wandelaars die niets consumeren. Voor een stuk kan ik dit dan wel begrijpen, maar nu is er gewoon geen kat te zien. Het zorgt er ook voor dat ik na de wandeling alvast geen zin meer heb er iets te consumeren.
Alternatieve (betere) parkeermogelijkheid!
Een leuke alternatieve (en nog mooiere) vertrekplaats is deze langs de Route de l’Ancienne Douane tussen Hockai en Xhoffraix. Deze bevindt zich bovendien exact op de wandelroute die hier uitgestippeld werd zodat je identiek dezelfde route (GPX) kunt volgen.
Ter hoogte van deze parking stroomt de Trôs Marets onder de weg door. Aan de overzijde van de asfaltweg die hier een scherpe bocht maakt, daal je gewoon de berm af en loop je meteen via een smal padje het sparrenbos in, langs de rivier.
De route is meestal goed gemarkeerd met de gekende wit/rode strepen maar het is zeker opletten geblazen.
– GPS coördinaten : 50.471617, 6.040950
Eerst een omweggetje langs de Hoge Venen
Maar nu sta ik dus hier aan de Ferme Libert. Vlak bij de parking sla ik het wandelpad links in en loop via de Route des Planerèsses (een brede gravelweg) noordwaarts naar de Duzos Moûpa, een moerassige vallei aan de zuidelijke rand van de Hoge Venen. Hier zit je ongeveer 500 meter boven zeeniveau. Het landschap kenmerkt zich door heerlijk geurende dennenbossen, vennen, heide en bosbessenstruiken.
Na 2,4 km gravelweg te hebben gevolgd sla ik rechtsaf. Hier leidt een knuppelpad me een dikke 300 meter doorheen het veengebied, wellicht nog één van de weinige veenmoerassen in ons land die zich nog in hun natuurlijke staat bevinden.
Monument Léon Frédéricq
Op het einde van het knuppelpad gaat het verder langs de rechteroever van Le Targnon, een piepklein riviertje.
Ik volg het stroompje ongeveer 500 meter en kom opeens een wegwijzer tegen met het opschrift ‘Monument Frederic’. Het bordje wijst naar links, maar ik zie geen pad. Er is maar één pad en dat leidt rechtdoor. Het is me eerst niet duidelijk wat ik moet doen, maar dan realiseer ik me dat het riviertje moet overgestoken worden. Het is wat balanceren op losliggende keien in het water maar met mijn wandelstokken lukt dat aardig. Het water staat niet zo hoog, maar ik vermoed dat de oversteek iets lastiger is tijdens regenachtige periodes.
Het ‘monument’ is niet meer dan een bronzen gedenkplaat tegen een kwartsietrots met daarop de beeltenis van Léon Frédéricq waarop hij een plantje bestudeert dat wellicht uniek is in deze regio. Er is geen duidelijkheid over de plantensoort, maar vermoedelijk gaat het om een ganzeriksoort (Potentilla) met een sterke medicinale werking. De inhuldiging gebeurde in 1937 op initiatief van ‘Les Amis de la Fagne‘.
Wie was Léon Frédéricq?
Léon Frédéricq, geboren in Gent in 1851, was een briljante wetenschapper die bijdroeg aan diverse gebieden binnen de fysiologie en experimentele geneeskunde. Hij behaalde doctoraten in natuurwetenschappen, geneeskunde en fysiologische wetenschappen, en zijn nieuwsgierigheid leidde tot belangrijke ontdekkingen.
Frédéricq was niet alleen een wetenschapper maar ook een kunstenaar, met rijke aquarellen als zijn creaties. Zijn bijdragen hebben de fysiologie tot een onafhankelijke wetenschap gemaakt, en zijn werk wordt geëerd door de Léon Frédéricq Foundation, die zich toelegt op biomedisch onderzoek aan het Universitair Ziekenhuiscentrum van Luik.
Hij was bovendien gepassioneerd door de Hoge Venen en het unieke ecosysteem dat het herbergt.
In 1931 ontving hij de titel baron van koning Albert I.
Amper 100 meter verder arriveer ik aan een schuilhut waar ik even rust neem en de omgeving in me opneem.
Het is hier zeer rustig vertoeven met het zacht stromend water van de Targnon op amper 5 meter er langs. Een perfecte locatie dus voor een hapje en een drankje.
Na de korte rustpauze volg ik het pad naar rechts, weg van de rivier. Het pad komt uit op een aardeweg die ik twee kilometer volg tot aan een kruising. Normaliter volg ik hier het smallere pad naar links, maar ik wil eerst nog een bezoekje brengen aan de historische eik met de naam Chêne Frédéricq.
Ontmoeting met een oude eik, genaamd Frédericq
In plaats van linksaf sla ik op de kruising dus rechtsaf. Een grote omweg is het niet. Amper 300 meter verder sta ik voor de boom. Ja, alweer een Frédéricq. Na het monument werd ook deze 300-jarige eik naar de wetenschapper Léon Frédéricq vernoemd.
Ik bezocht Chêne Frédéricq al eens een paar jaar geleden maar ik wilde wel eens weten hoe de boom de tand des tijds heeft doorstaan. Niet zo goed blijkt al snel… veel pracht en praal schiet er niet meer over van de eeuwenoude eik.
Na het weerzien met de oude eik keer ik terug naar de kruising. Ik volg het pad nu verder rechtdoor, steek de Route de l’Ancienne Douane over en wandel de Hoge Venen in.
Fagne du Fraineu (Hoge Venen)
Na bijna acht kilometer in de kuiten zit ik in het noordelijkste deel van de route en krijg ik zin in een tasje koffie.
Ik geniet volop van de heerlijk rustige natuur rondom mij en zoek me een stevige boomstronk uit voor een rustmomentje.
Amper vijf kilometer ten westen van dit punt bevindt zich overigens de Pont Centenaire, één van de vertrekpunten voor een fantastische wandeling door de vallei van de Hoëgne waar ik eerder al een verslag over schreef.
Na de warme oppepper stap ik verder de Fagne du Fraineu in, een moerassig veengebied dat je dankzij de goed aangelegde knuppelpaden veilig kunt oversteken.
Cabane de Negus (kluizenaar van de Hoge Venen)
Ergens in 1936 bouwde de natuurwetenschapper en wiskundige Léon Rinquet hier een houten hut met rieten dak dat perfect in het landschap geïntegreerd was. Voor zijn dagelijkse behoeften gebruikte hij water uit de vlakbij gelegen beek.
Lang kon hij echter niet van zijn plekje genieten want op 26 augustus 1937 werd het getroffen door de bliksem en verwoest. Léon bleef niet bij de pakken zitten en herbouwde het, dit keer iets bescheidener.
Maar in WOII sloeg het noodlot opnieuw toe toen het veengebied in vuur en vlam kwam te staan tijdens schietoefeningen van de Duitsers.
Léon keerde na de oorlog weer terug en bleef er dan als kluizenaar wonen tot zijn dood op 12 juni 1974. Hij werd 83 jaar en ligt begraven in Xhoffraix.
De hut werd intussen afgebroken omdat de Fagne du Fraineu een natuurreservaat is. Zij die hier komen zoeken naar overblijfselen komen dus bedrogen uit.
In het stroomgebied van de Trôs Marets
Eenmaal uit de Fagne du Fraineu begin ik de Trôs Marets te volgen. Dit zijriviertje van de Warche is hier nog piepjong want de bron ontspringt amper drie kilometer achter mij op de zuidelijke flank van de Baraque Michel. Vanaf hier gaat de stroming in crescendo, van smal en kabbelend naar breder en wilder in de canyon verderop.
De ‘Canyon’ van de Trôs Marets
Het mooiste gedeelte van de tocht begint van zodra je de Route de l’Ancienne Douane (asfaltweg) bent overgestoken. Hier bevindt zich overigens ook de alternatieve parking die ik in het begin van dit verslag al adviseerde. Aan de overzijde van de asfaltbaan duik je meteen een smal padje in dat recht naar de canyon leidt.
Hoe verder je de rivier volgt hoe ruiger het pad wordt en hoe sneller het water begint te stromen. Het is opletten geblazen voor de vele grillige wortels die uit het pad omhoog schieten. Maar de kleurrijke natuur om je heen is zo intens mooi dat de ongemakjes snel vergeten worden.
We zitten momenteel in een relatief droge periode en het ‘wilde’ water waarvoor de ‘canyon’ bekend is, maakt plaats voor een eerder rustig en idyllisch tot sprookjesachtig sfeertje. De watervalletjes maken het plaatje compleet, alhoewel ik moet toegeven dat het voor mij ietsje ruiger had mogen zijn.
Op sommige plekken is een staalkabel aan de steile rotsflanken bevestigd om de passage wat veiliger te maken. Afhankelijk van het weer kunnen de spekgladde keien op het pad er hier erg glibberig en verraderlijk bij liggen.
Het pad wordt soms akelig smal en dan ben je blij dat er een kabel aanwezig is waaraan je je kunt vastklampen als het moest misgaan.
Nu valt het allemaal heel goed mee omdat het al een tijdje niet meer geregend heeft.
Impressies van een herfstwandeling enkele jaren geleden
Onderstaande foto’s zijn enkele jaren geleden genomen. Ik vond ze zo mooi dat ik ze jullie niet wil onthouden.
Het gebied toont in elk seizoen zijn specifieke charmes.
Meer uit Europa…
Roadtrip Schotland: Lost Valley (Coire Gabhail) wandeling
De Cliffs of Moher : het einde van de wereld
Naar de Matterhorn van de Eifel
Rond de Sahara in Lommel
Wild Atlantic Way: over abdijen, kastelen en kathedralen
Langs de duinen van de Slack