Pittige hoogtemeters in Rochehaut, Poupehan en Frahan (15 km)

Ter voorbereiding van een trip van 2 maanden doorheen alle Scandinavische landen wilde ik voelen hoe het is om pittige hoogtemeters te doen met een zwaar beladen rugzak. En waar in België vinden we hoogtemeters? Natuurlijk in de Ardennen en in dit geval in de provincie Luxemburg. Ik koos voor een vrij populair gebied in de buurt van Rochehaut. Daar start een spectaculaire wandeling van 15 kilometer doorheen bossen, over rotsen en heuvels, langs de Semois en enkele pittoreske dorpjes zoals Poupehan en Frahan. En natuurlijk ontbreekt de bekende Laddertjeswandeling niet.

  • Wandeltijd (excl. rust): 4u40
  • Zwaarte: Zwaar

Startpunt: Panorama de Frahan

Vlak voor het binnenrijden van Rochehaut om half negen ‘s ochtends merkte ik in de verte al dat er zich een dik wolkendek had gevormd in de lager gelegen Semois-vallei. Het is een prachtige, zonovergoten dag met een perfect blauwe lucht. Dat spierwitte wolkendek stond in schril contrast met de blauwe lucht erboven en ik denk niet dat ik dergelijk tafereel al ooit heb mogen aanschouwen. Snel enkele foto’s nemen dus …

Het ‘Panorama de Frahan‘ is een zeer populair uitzichtpunt, gelegen langs de Route de Alle in het prachtige dorpje Rochehaut. Vanop de N819 kijk je neer op een bijzonder mooie meander van de Semois met daarin centraal gelegen het pittoreske dorpje Frahan, een kleine 100 meter lager.
Je kan hier overigens gemakkelijk en gratis je auto parkeren. Op deze doordeweekse dag sta ik hier moederziel alleen. Houd er rekening mee dat deze locatie in vakantieperiodes en weekends zéér druk bezocht kan worden!

Deze ochtend ziet het landschap er echter heel anders uit. Van het lagergelegen Frahan is helemaal niks te zien. Een immens wolkendek heeft zich als een deken uitgespreid over het dorpje en de Semois. Gelukkig zal de zon gedurende de dag haar werk doen en de wolken doen verdwijnen. Het èchte uitzicht zie je dan ook pas helemaal onderaan dit artikel, bij het afsluiten van de wandeling.

Ik maak mijn rugzak klaar, trek de wandelschoenen aan en ga vol goede moed op pad… solo.
Het is voor mij een spannende ervaring, want het is de eerste keer dat ik mijn rugzak heb volgeladen tot een gewicht van 18 kilogram. Dat is ongeveer het gewicht dat ik zal moeten meesleuren tijdens enkele meerdaagse hikes in Zweden, Finland en Noorwegen die ik binnen enkele weken ga ondernemen. Met tent, slaapzak, voeding en alles erop en eraan want natuurlijk wil ik daar gaan wildkamperen. Ik zit nu aan het einde van een eerste trainingsprogramma dat ik thuis volg en deze zware wandeling met heel wat hoogtemeters moet een eerste serieuze praktijktraining worden want je wil niet onvoorbereid aan dergelijke reis beginnen.

De wandeling start door het mooie centrum van Rochehaut dat er nu overigens nogal verlaten bij ligt. Ik houd de église Saint-Firmin en het kerkhof aan mijn linkerzijde en kom zo terecht op de Voie de Remifontaine, het laatste stuk smalle asfaltweg voor ik de bossen induik en de afdaling ga doen naar de Semois en de Promenade des Échelles (Laddertjeswandeling). Ja, het spectaculairste deel van de wandeling ligt al kort na de aanvang ervan.

Niet onbelangrijk om even te vermelden is de richting van de wandeling. Deze kan je eigenlijk in beide richtingen doen, maar de meest intense ervaring krijg je als je met de klok mee wandelt.

Afdaling naar de Semois

Eigenlijk zit je meteen na de start in Rochehaut al op een gedeelte van de GRP 161 (Tour du Pays de Bouillon), een luswandelroute van 186 kilometer die in 2023 nog de top 5 haalde in de verkiezing van de mooiste wandelroutes in de Benelux.
Ook de GR 16 (Sentier de la Semois) overlapt de route een stukje. De Grande Randonnée 16 is 209 kilometer lang en volgt de loop van de ‘Koningin der Belgische rivieren’ de Semois van bron tot monding. Het wordt door vele wandelaars omschreven als één van de meest spectaculaire en uitdagende wandelroutes in België en daarvoor zijn natuurlijk vooral de vele hoogtemeters verantwoordelijk.

Kort nadat je het asfalt van de Voie de Remifontaine verlaten hebt start de afdaling van een kleine 100 meter naar de Semois. Hier en daar gaat het met een pittige 20% naar beneden. Tussen de drukke vegetatie door zie ik af en toe al een glimp van de rivier onder mij opduiken. Rotsen en boomwortels op het pad bieden je de nodige steun als het wat te steil wordt.

Eenmaal aan de idyllische oever van de Semois gekomen neem ik een korte rustpauze op de overdekte bankjes die zich in de buurt bevinden.
Het is heerlijk om je schoenen even uit doen en je voeten onder te dompelen in het koude water van de rivier. Wat een prachtig plekje is dit.
Het is overigens wel goed om te weten dat dit de enige plek is op de ganse route waar je vlak bij het water komt.

Hier aan de oever van de Semois vervolgt de GRP 161 zijn weg naar links, oostwaarts richting Bouillon. Ik ga naar rechts want iets verderop start de fameuze Promenade des Échelles oftwel de ‘Laddertjeswandeling‘.

De Laddertjeswandeling (Promenade des Échelles)

Deze bekende wandeling is één van de populairste in de Ardennen en het is vooral de kortere lus van 5,5 kilometer die door de meeste wandelaars gevolgd wordt.
Wees er maar gerust van dat je hier in vakantieperiodes (vooral in de zomer) niet alleen bent. Soms is het aanschuiven aan de ladders. Wil je de drukte vermijden, zorg dan dat je er vroeg in de ochtend of in de late namiddag aan begint.

Een beetje geschiedenis

Deze spectaculaire route tussen grillige rotspartijen werd net voor de Tweede Wereldoorlog met de hand uitgehouwen door de toenmalige burgemeester van Rochehaut Ludovic Barthélemy en enkele dorpsbewoners. Ze deden dit om een verborgen route te creëren naar een schuilplaats tussen de rotsen waar ze zich konden verbergen voor de Duitse bezetter. Begin september 1944 werd het nabijgelegen dorpje Alle in brand gestoken door de Duitsers. De inwoners van Rochehaut vreesden hetzelfde lot en verscholen zich onder de Rots van de Kluizenaar. Deze rots bevindt zich op een parallel pad, niet ver van het pad dat ik volgde tijdens de afdaling naar de Semois. Spijtig genoeg heb ik deze historische locatie dus op een haar na gemist.

De route die ik in mijn artikel beschrijf gaat dus ook langs de populaire laddertjes, maar gaat nog een stuk verder via Poupehan en Frahan (totaal 14,9 km).

Haalbaarheid en veiligheid

Aanvankelijk volg ik het redelijk horizontale pad langs de oever van de Semois, maar amper 400 meter verder gaat het opeens steil bergopwaarts. Aan een boom hangt een bordje met een paar waarschuwingen. De veiligheid van de constructie zou hier en daar niet meer gegarandeerd zijn omwille van slijtage en mankementen. Er volgt nog een clausule dat je de klim op eigen risico doet en de overheid niet aansprakelijk kan gesteld worden bij ongevallen.
Wellicht zal men deze gebreken binnen korte tijd wel herstellen.
O.a. Komoot en diverse andere applicaties waarschuwen met uitroeptekens voor de mogelijk gevaarlijke omstandigheden die zich hier kunnen voordoen.

Hier en daar wordt er met veel drama geschreven over deze wandeling maar laten we niet te veel overdrijven. Het is goed te doen voor iedereen met een redelijke fysieke conditie en het spreekt voor zich dat er een goede dosis gezond verstand moet gebruikt worden. Het grootste gevaar zit hem volgens mij zeker niet in de metalen ladders want die zijn zeer degelijk gebouwd en best wel leuk om te doen.
Meer verraderlijk zijn de natuurlijke, steile trappen die gevormd worden door rotsen en kronkelige wortels tussen de ladders in. Zeker bij regenweer of in de winter kunnen deze er spekglad bijliggen en als je hier je evenwicht verliest of struikelt loop je het risico om diep te vallen. Daarom wordt dit traject afgeraden aan wandelaars met hoogtevrees en weinig tredzekerheid. Maar nogmaals, over het algemeen bekeken is er best wel een hoge funfactor en ook oudere, avontuurlijk ingestelde kinderen kunnen hier zeker van genieten. De ladders zijn helaas niet geschikt voor honden, maar gelukkig zou er hiervoor een alternatief pad bestaan. Even goed de kaart bestuderen dus.

Aanvankelijk klim je over een natuurlijke, steile trap van grillige boomwortels omhoog. Links werd een leuning gebouwd die bestaat uit metalen buizen waaraan je je kunt vasthouden voor extra stabiliteit. Deze veiligheidsmaatregel is geen overbodige luxe en al zeker niet als je een zware rugzak meezeult. Gelukkig is het pad relatief droog in deze periode en is er weinig slipgevaar.
En dan doemt voor mij een verticale rotswand op waartegen de eerste metalen ladder werd gemonteerd. Rondom de ladders bevindt zich een ronde metalen veiligheidskooi waar je je doorheen moet wurmen. In het begin twijfel ik of dit wel gemakkelijk zal gaan met mijn zware belading, maar de grootte van de kooi is meer dan voldoende om wandelaars met grote rugzakken vrij vlot door te laten. Het pad kronkelt zich verder en hier en daar is het zo steil dat ik me moet optrekken aan de metalen buizen. Ik schrik me bijna dood als zo’n buis plotseling losschiet en ik mijn evenwicht even verlies. De waarschuwing beneden was dus niet onterecht.

Signalisatie / wegwijzers

De Laddertjeswandeling van 5,5 km is goed gesignaleerd door bordjes met daarop een rode rechthoek met het nummer 43. Maar je kan evengoed de rood/witte markeringen volgen van de GR. Deze korte route gaat dus NIET door tot Poupehan en Frahan.

Na een 20-tal minuutjes zweten kom ik uiteindelijk aan een prachtig uitzichtpunt in de vorm van een enorme rots waar je kunt opklimmen, je heerlijk neervleien en genieten van een waanzinnig uitzicht op de Semois en de bossen onder je. Moest ik de kans krijgen zou ik hier wel een hapje kunnen binnensteken en hier een tijdje blijven wegdromen bij een heerlijk fris briesje, maar helaas komt er vlak na mij een volgend groepje wandelaars aan die duidelijk laten merken dat ze hier ook wel eens willen rondkijken, en gelijk hebben ze natuurlijk 🙂
Ik zet mijn weg dus maar verder.

In totaal moet je een viertal trappen bedwingen, de ene al klimmend, de andere al dalend.
Tussen de ladders door kan je overal volop genieten van de prachtige natuur om je heen. Neem je tijd om rond te kijken, te ademen, een snackje te nemen en/of foto’s te nemen. Dit is geen race, toch?

Verder naar Poupehan

Volgens mij ligt er ongeveer 600 meter tussen de eerste en de vierde ladder. Na deze toch wel bijzondere ervaring bereik ik een splitsing waar de Promenade des Échelles eindigt. De korte route gaat rechtdoor en meteen terug naar Rochehaut via de Chemin des Falloises.
Ik sla echter linksaf en stap verder richting Poupehan. Langs het pad neem ik even pauze om een koffietje te zetten en een hapje te eten.

Het pad volgt hier een prachtige meander van de Semois die helemaal rond de zuidkant van Poupehan loopt. De volgende drie kilometer blijft ik ongeveer de hoogtelijn van 300 meter volgen en dit biedt me de kans om een beetje te recupereren want dat zal nodig zijn voor de klim die straks volgt. Het charmante dorpje Poupehan komt in zicht wanneer ik langzaam afdaal naar het niveau van de Semois.
Het asfalt van de straatjes voelt vreemd en zelfs wat onwennig aan mijn voeten na het trotseren van de eindeloze reeks rotsen en wortels.
Poupehan is een populaire vakantiebestemming omdat het zo mooi gelegen is aan de oevers van de Semois. Vroeger leefden de mensen hier vooral van de tabaksindustrie, nu zet men voornamelijk in op het toerisme. Ik neem mijn tijd om de authentieke huisjes te bekijken.

Ik wandel rustig verder tot ik de brug over de Semois bereik en begin me mentaal voor te bereiden op een pittige klim.

Naar het uitkijkpunt ‘Chaire à Prêcher’

Op dit gedeelte van de trip volgt ik nog steeds de prachtige meander van de Semois rond Poupehan.
Eenmaal de brug over steek ik de Rue de la Grotte over en volg het kronkelige pad steil omhoog de heuvels in waar ik me even op een bankje zet aan de voet van het kruis van Poupehan. Er volgen op dit segment twee uitkijkpunten. Dit was meteen al een korte maar pittige klim, maar ik klim nog eens 80 meter omhoog tot ik het eerste uitkijkpunt bereik.

Nog eens 400 meter verder kom ik aan bij het tweede en tevens mooiste uitkijkpunt op Poupehan, de Chaire à Prêcher (preekstoel). Op dit punt bevind ik me overigens het dichtst bij de Franse grens die amper 2 kilometer achter me ligt. Maar ik focus me voornamelijk op het tafereel dat zich voor mij uitspreidt, namelijk een fenomenaal panorama over het Ardeense dorp dat 100 meter lager ligt.
Volgens info op het bordje zou aan het eind van de 11e eeuw de bekende Picardische monnik Pierre Lermite hier de inwoners van Poupehan hebben aangespoord om zich aan te sluiten bij de kruisvaarders.

Vanaf de Chaire à Prêcher wandel ik een kilometer verder tot ik aan de haarspeldbocht van de N893 terecht kom. Die steek ik over en houd het gebouw met het opschrift ‘Les Croisettes’ aan mijn linkerzijde. Ik volg de asfaltweg enkele tientallen meters en sla dan een klein weggetje links in (Rue de Laplet). Hier is het even opletten want amper 50 meter verder ligt er aan mijn rechterkant een onopvallend bospadje. Het is enkel dankzij mijn GPS dat ik dit punt niet misloop.
Het bospad zal me over de bergkam Crêtes de Frahan leiden en uiteindelijk naar het pittoreske dorpje Frahan.

Crêtes de Frahan

Ik volg dus een bergkam (crête) richting Frahan die ook hier een meander van de Semois volgt. Alhoewel de hoogtemeters hier niet onder de noemer ‘pittig’ vallen begint de vermoeidheid toe te slaan. Mijn rugzak van 17 kg (ja, 1 kg minder door drinken) begint zijn tol te eisen en veel rust heb ik mezelf tot nu toe nog niet gegund. Dit moet even veranderen en ik focus me even op de details in de natuur.

De lente komt er aan en mijn oog valt op een tapijt van frisgroene mossen. Als ik mijn lens inzoom raak ik onder de indruk van het sterrenmos. In dit vroege voorjaar is de tijd gekomen dat de jonge kopjes zich beginnen te vertonen. Ik leg me er even bij neer en voel mijn getormenteerde spieren zich ontspannen.

Op deze heuvelrug kom je verschillende mooie uitzichtpunten tegen maar de aanwezigheid van een kasteelruïne had ik hier helemaal niet verwacht.
Plots verschijnt voor mijn neus een houten bordje met daarop het opschrift ‘CHATEAU MONTRAGU‘.

Château de Montragu

Een kasteel (of wat er van overblijft) ?? Ik kijk verbaasd omhoog en zie een grote rots liggen. Ik zie in de contouren niet meteen iets wat wijst op restanten van een gebouw en had hier vooraf ook geen info over gelezen. Aanvankelijk denk ik aan een fictieve naam die men voor een natuurlijke rotsformatie verzonnen heeft en niet aan een ècht kasteel dus. Maar nadien blijkt mijn redenering fout te zijn.

Ik volg het pad omhoog tot aan de rots en zie aan de andere zijde opnieuw een bordje met opschrift ‘CORPS DE GARDE’ en nog eentje met ‘CHATEAU DE MONTRAGUT’. Maar waar ik ook kijk, ik zie geen enkel spoor van een kasteel. Het zal wel aan mij liggen want nadien las ik dat opgravingen hier restanten hebben blootgelegd van drie ronde torens en een muur. Men vermoedt ook dat het kasteel nooit afgewerkt werd omwille van de moeilijke bereikbaarheid.
Er is niets bekend over de geschiedenis ervan, maar het wordt gedateerd ergens uit het begin van de 13e eeuw.

Thuis zoek ik meer info en vind een paar schaarse foto’s van de weinige restanten die hier aanwezig moeten zijn in de vorm van opgestapelde stenen die een muur moeten voorstellen. Wellicht speelde de vermoeidheid mij hier parten en was mijn blik niet scherp genoeg meer…
Maar hoe dan ook, deze locatie is prachtig want via enkele metalen trappen kan je hoog genoeg klimmen en weer afdalen om mooie panorama’s van de omgeving te zien.

Ik volg de heuvelrug verder en terwijl ik langzaam maar zeker Frahan nader kom ik nog een paar vreemde rotspartijen tegen, zoals o.a. de ‘Rocher des Quatres Fils Aymon’ en de ‘Ronde Roche’ die zich halverwege op de Crêtes de Frahan bevindt.

Intussen ben ik twaalf kilometer gevorderd op de route. Nog maar drie te gaan, maar ik geraak stilaan aan het einde van mijn latijn en ik begin meer te strompelen dan te stappen. De zware rugzak eist nu echt zijn tol. Vooral mijn schouders en voetzolen beginnen te lijden. Gelukkig heb ik nog geen last van blaren.
Ik neem me voor om in Frahan wat extra rust te nemen.

Frahan in volle glorie

En dan opeens verschijnt na een bocht in het pad opeens het vredige Frahan onder mij en gaat het pad stevig naar beneden en dat voel ik dan weer in mijn knieën die gekweld worden door stekende pijnscheuten. Gelukkig kan ik rekenen op mijn wandelstokken waardoor de pijn na een poosje voorzichtig stappen flink verbetert.
Ik kan bijna niet geloven dat dit het dorpje is dat deze ochtend nog volledig verborgen en ingepakt zat in een dik wolkendek dat zich in de vallei had verzameld.

Het dorpje en zijn fraaie, unieke omgeving is geklasseerd als belangrijk Waals erfgoed. Vroeger lag hier een camping aan de Semois maar die is gelukkig verdwenen en vervangen door een eenvoudige kinderboerderij. Samen met nog andere maatregelen zoals het ondergronds wegwerken van elektriciteitskabels werd de authenticiteit van het dorp helemaal hersteld. Je ziet er nog huizen uit de 17e eeuw, zoals de tabaksschuur die ook beschermd erfgoed is en herinnert aan de tabakscultuur die hier 100 jaar heerste.
Het kerkje dateert uit 1843 en springt meteen in het oog.

Ik strompel helemaal naar beneden en wandel door het stille centrum tot ik de voetgangersbrug aan de Semois bereik waar ik een rustpauze inlas. Het dorpje lijkt wel verlaten, zo stil is het. Heerlijk!

De foto hierboven werd genomen vanaf de voetgangersbrug. De groene weide maakt deel uit van de kinderboerderij. Bovenaan in beeld staan de gebouwen aan de weg waar ik mijn wagen parkeerde. Dat is dus mijn eindpunt Rochehaut. Het confronterende aan dit beeld is dat deze heuvelrug nog moet overwonnen worden en dat zal zeer pittig worden gezien mijn lichamelijke status.

Laatste beklimming terug naar startpunt Rochehaut

De laatste loodjes dus … Zoals gezegd moet er nog flink op de tandjes gebeten worden voor de laatste klim naar Rochehaut. Eenmaal over de brug sla ik meteen linksaf en volg eerst nog gezapig en redelijk horizontaal de oever van de Semois gedurende één kilometer.

Alvorens de heuvels in te trekken gooi ik nog één keer de rugzak van mijn lijf aan een overdekte picknickplek en leg me even plat op de bankjes om van de natuurgeluiden te genieten.
En dan volgt onherroepelijk de laatste pittige klim van ongeveer 80 hoogtemeters naar de parkeerplek waar mijn wagen op me staat te wachten.
Wat een heerlijk moment is dat… het uittrekken van die wandelschoenen en -sokken!

Ik laat mijn gegeselde voetjes even luchten in de frisse buitenlucht en na een korte snack begeef ik me nog snel naar de bekende panoramapunten die vlak bij de parking liggen want het is al laat en het gaat nu snel donker worden. Frahan toont zich nu van zijn beste kant. Wat een heftig verschil met deze ochtend.
Vergelijk zelf nog maar eens de foto’s van deze ochtend en nu.

Routegegevens bekijken / downloaden

2 reacties

  1. Wat een prachtige wandeling, maar een geseling voor het lijf me dunkt. Bij het lezen van dit artikel begon er zich spontaan een blaar te vormen onder mijn voeten. 😉
    Ook weer prachtige fotografie zoals we dat van jou gewoon zijn! Veel succes met je tocht door Scandinavië!

    1. Merci Paul! Gelukkig geen blaren te bespeuren. Goeie schoenen zeker … 🙂
      Die geseling heb ik zelf gezocht natuurlijk door mijn rugzak vol te pakken tot 18 kg, maar met een gewoon dagrugzakje is de wandeling goed te doen voor iedereen met een redelijke conditie.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *