De rit van vandaag zal lang zijn, maar wel volledig over goed berijdbaar asfalt. Zoals gewoonlijk is er veel variatie in het landschap te bewonderen maar het doel van de trip is letterlijk èn figuurlijk een adembenemend meer dat op 4.441 m hoogte ligt, Yamdrok Tso. Onze jeep is uitgerust met een hoogtemeter en de naald stijgt langzaam maar zeker terwijl onze chauffeur als een getrainde piloot de haarspeldbochten controleert. Zonder vangrails langs de wegen is dat beste wel een spannende aangelegenheid.
Om het uitzicht op het helderblauwe meer helemaal tot zijn recht te laten komen klimmen we tot 4.800 m via de Kamba-La pas.

Yamdrok Tso, één van de drie heilige meren in Tibet

En daar is het dan… Yamdrok Tso, het tot de verbeelding sprekende blauwe meer, omringd door prachtige besneeuwde bergtoppen. Volgens de legende is het de transformatie van een godheid. Het meer is ongeveer 72 km breed en 130 km lang.

Massa’s Boeddhistische pelgrims bezoeken het meer omdat het beschouwd wordt als de vrouwelijke beschermengel van de Tibetanen. Helaas is het meer ook de thuishaven van Tibet’s grootste waterkrachtcentrale maar die is vanuit onze positie gelukkig nergens te bespeuren. De centrale was een vergiftigd ‘geschenk’ van de Chinese overheid aan het Tibetaanse volk, voornamelijk omdat de opgewekte energie hoofdzakelijk bestemd blijkt voor de militaire bases en de Chinese gemeenschappen in de regio. De toekomst van het meer is dan ook niet meteen rooskleurig te noemen.

Het is onmogelijk om de ultieme pracht en de bijhorende mystieke atmosfeer van dit meer met woorden te beschrijven. Zelfs een dichter zou er niet in slagen. Het brengt een mens meteen tot rust en doet me de ongemakjes van de hoogte vergeten.
We bevinden ons op de Kamba-La pas waarlangs magnifieke panorama’s te zien zijn, o.a. op het Nojin Kangtsang massief (7.190m).

Doorgaans volstaat een uurtje of twee om intens te genieten. Zij die het wensen kunnen overnachten in het dorpje Nangartse maar wij verkiezen door te trekken naar Shigatse, de tweede grootste stad in Tibet, na Lhasa. Het is nog meer dan drie uur rijden maar vervelen doen we ons geen seconde. Onze chauffeur Wang Wei stuurt ons doorheen typische oude dorpjes, akkers, boomgaarden, enz… De kuddes schapen en/of yaks zijn niet te tellen, en uiteraard steken die hier en daar ook wel eens de weg over.