Faeröer eilanden deel 4: Kalsoy en de legende van Kópakonan
De Faeröer eilanden, we krijgen er maar niet genoeg van. Dit keer is Kalsoy aan de beurt, het eilandje ten oosten van Eysturoy en enkel bereikbaar via een ferrydienst. We maken er kennis met Kópakonan, een mythologisch wezen in de vorm van een zeehond dat echter ook een menselijke gedaante kan aannemen. De legende van de Kópakonan in het dorpje Mikladalur bevat zowel romantische als wraakzuchtige elementen.
Op Kalsoy wagen we ons natuurlijk ook aan de indrukwekkende wandeling naar de vuurtoren van Kallur.
Met de ferry op daguitstap naar Kalsoy
In de vroege ochtend ontstond er tijdens het ontbijt even wat twijfel. Was het wel zinvol om slechts één dagje te plannen naar Kalsoy? Lilya, onze vriendelijke host in Leirvik stelt me gerust. Vol enthousiasme legt ze uit dat het eiland absoluut de moeite waard is. Het is een klein eiland dat je gemakkelijk op één dag kunt bezoeken, met twee uitschieters … Mikladalur en Kallur Lighthouse.
Om van Eysturoy naar Kalsoy te geraken moeten we eerst via de tweede onderzeetunnel (Norðoyatunnilin) naar Klaksvík op het eiland Borðoy. Klaksvík is de tweede grootste stad van de Faeröer. De autotrip van onze B&B in Leirvik naar Klaksvík duurt een dikke … tien minuutjes.
Ferry Klaksvík – Syðradalur (56)
In Klaksvík nemen we de ferry naar Syðradalur. Het spreekt voor zich dat je best de vroege overtochten kiest als je zoveel mogelijk wilt genieten van je dag op Kalsoy.
- Er vertrekt een boot om 06:40, 08:00 en 10:00.
- De overtocht duurt 20 minuten en kost 160 DKK (€21,50) voor auto met bestuurder.
- Elke extra passagier kost 40 DKK (€5,40).
- Kinderen 7-15 jaar en +67ers betalen 20 DKK (€2,70).
Voor recente info zie hun website : Ferry nummer 56
Actueel overzicht prijzen
In het hoogseizoen schuif je maar best heel vroeg aan in de rij want de boot kan een uur voor vertrek al volgeboekt zijn. In ons geval (paasvakantie) viel het heel goed mee.
Hou cash geld gereed want je betaalt terwijl je aan boord gaat.
Zorg dat je passagiers na het betalen kunnen uitstappen want de wagens worden zéér dicht op elkaar geparkeerd. Een gedreven lid van de ferry crew geeft zeer duidelijke richtlijnen hoe je moet inparkeren. Zoals gezegd sta je erg dicht op elkaar. Je kiest ervoor om in je wagen te blijven of uit te stappen (als het kan). Links van mij stond een andere wagen zo dichtbij dat ik niet anders kon dan langs de passagierszijde uit de wagen te kruipen. Doe maar je best want het uitzicht vanop het dek is fenomenaal.
Kalsoy is genieten in het kwadraat
We verlaten de ferry onder een heerlijke blauwe lucht en vergezeld van een stralend zonnetje. Het belooft een heerlijke dag te worden als we 3 kilometer verder het oudste dorpje op Kalsoy bereiken. Húsar geeft met zijn 55 inwoners een heel verlaten indruk. Het kerkje met het rode dak valt meteen op. Het werd gebouwd in 1920.
De weg kronkelt verder door heerlijke landschappen tussen bergen, velden en oceaan. Het zonnetje blijft ons verwennen en een gelukzalig gevoel overvalt ons hier. We nemen ruim onze tijd voor het korte traject van 10 kilometer tussen Húsar en Mikladalur. Drie pikdonkere tunnels moeten we door, allemaal om en bij de kilometer lang. Het blijft redelijk eng als je het smalle zwarte gat zit opdoemen want je weet dat er slechts één rijstrook beschikbaar is. Goed uitkijken naar tegemoetkomende koplampen is de boodschap. Ik neem liever geen risico’s en gebruik dan ook eerder te vroeg dan te laat de uitwijkstroken die regelmatig opduiken. Hier wacht ik dan geduldig tot de tegenligger voorbij is.
Maar enge tunnels of niet, de weg naar Mikladalur is een fantastische ervaring. Wel moet je voortdurend op je hoede zijn voor kuddes schapen die de weg met je willen delen.
Mythologisch Mikladalur
Ik word even stil als ik het dorpje Mikladalur voor me zie verschijnen. Het is één van de veel bezochte toeristische attracties op de Faeröer, maar nu ligt het dorp er uitzonderlijk rustig bij. De weergoden blijven ons gunstig gestemd. Het zonlicht geeft het geelgroene landschap, de blauwe oceaan en de omliggende bergen een extra boost. Wat een uitzicht! Ik probeer me voor te stellen hoe dit er in de zomer uitziet, als het gras op de daken en in de velden volledig groen is.
Mikladalur is het grootste van de vier dorpjes op Kalsoy en telt ongeveer 50 inwoners. Het is bijna niet te vatten dat een dorpje met zo’n idyllische uitstraling het voorwerp uitmaakt van een even romantische als gewelddadige legende. En dat is dan ook meteen de reden waarom hier in het hoogseizoen zoveel toeristische activiteit is … het standbeeld van de Kópakonan of Selkie.
De vloek van de Kópakonan
Op de Faeröer eilanden doen er heel wat mythologische verhalen de ronde, maar deze van de Kópakonan (of zeehondenvrouw) is wellicht het meest vertelde.
Hieronder volgt een korte samenvatting van het verhaal dat in zijn geheel te lezen is op visitfaroeislands.com.
Zeehonden waren volgens de legende voormalige mensen die de dood opzochten in de oceaan. Eén keer per jaar, op de dertiende nacht, mochten ze aan land komen en hun huid uittrekken. Ze konden zich dan als mensen amuseren, dansen en genieten.
Boer wordt verliefd
Op een avond ging een jonge boer uit het dorpje Mikladalur op het strand wachten om te zien of hij een glimp van de gebeurtenis kon opvangen. De jongeman zag een mooi zeehondenmeisje dat haar huid had afgestoten. Hij werd op slag verliefd, sloop er naartoe en stal haar huid, waardoor het jonge meisje geen andere keuze had dan de man te volgen naar zijn boerderij.
Het paar trouwde en kreeg kinderen, maar de boer wilde vermijden dat zijn vrouw haar huid terugvond. Hij verstopte deze in een kist en hield de sleutel bij zich.
Maar op een dag tijdens het vissen merkte hij dat hij zijn sleutel vergeten was. In paniek keerde hij naar huis terug om er vast te stellen dat zijn vrouw er vandoor was. De kist was open en de huid was verdwenen.
Wraak
Enige tijd later besloten de mannen van Mikladalur op zeehondenjacht te gaan. De nacht voor de jacht verscheen de zeehondenvrouw in de droom van onze boer waarin ze hem smeekte om haar zeehondenman en -kinderen te sparen.
Maar de boer negeerde het bericht. Hij ging mee op jacht en ze doodden alle zeehonden die ze tegenkwamen. De vangst werd verdeeld en de boer kreeg de grote zeehond (de echtgenoot) en de voor- en achtervinnen van de pups (haar kinderen). Toen het vlees klaargemaakt werd voor het avondmaal verscheen de zeehondenvrouw opeens in de vorm van een banshee (mythisch wezen) en beloofde wraak op alle mannen van Mikladalur, waarbij ze aankondigde dat sommigen op zee zouden sterven en anderen van de bergtoppen zouden vallen, totdat er zoveel doden waren dat al hun armen de volledige perimeter van het eiland Kalsoy zouden omvatten.
Tegenwoordig wordt nog steeds gevreesd dat het aantal slachtoffers nog niet groot genoeg is, en dus zullen de doden blijven vallen.
Het standbeeld van de selkie staat aan de oever van Mikladalur en herinnert het dorp volgens de legende aan zijn onvermijdelijke bestemming.
Vlak achter het beroemde standbeeld stroomt een mooie waterval. Je kan de rotsige oever gemakkelijk bewandelen tot aan de voet van de waterval.
Hike naar de Kallur vuurtoren
Je bent natuurlijk niet op Kalsoy geweest als je het Instagram-fenomeen ‘Kallur Lighthouse’ niet hebt bezocht. De iconische vuurtoren bereiken is op zich geen probleem, maar om op het specifieke plekje te geraken van waaraf de beroemde beelden zijn gefotografeerd ben je helaas wel afhankelijk van de weergoden. Omdat er zeer felle windstoten waren en ik in het gezelschap was van mijn 9 jarig zoontje heb ik me er wijselijk niet aan gewaagd.
Hieronder een beeld van wat ik bedoel (bron: www.guidetofaroeislands.fo).
Wandeling tot aan de vuurtoren haalbaar voor iedereen
Dé fotografische hotspot waar iedereen naartoe wil is dus deze op de foto hierboven. Het bevindt zich op het uiteinde van de rots achter de vuurtoren. Akelig felle rukwinden hebben ons dus verhinderd om er te geraken.
Maar dat betekent dus gelukkig niet dat je de vuurtoren niet kunt bereiken… gelukkig maar! Het is en blijft een topbestemming die je niet mag missen als je op Kalsoy bent.
Met de auto volg je gewoon de weg noordwaarts tot je in Trøllanes arriveert, het meest noordelijke dorpje op Kalsoy met ongeveer 25 inwoners. Op het einde van de weg draai je op het T-kruispunt rechtsaf. Daar ligt een kleine parking met een toiletruimte. Van daaruit start ook de wandeling naar Kallur Lighthouse. Veel meer dan een uurtje heb je niet nodig om de vuurtoren te bereiken.
Zorg in elk geval voor goede, waterdichte stapschoenen. Het pad lijkt een piece of cake als je de foto’s bekijkt maar vergis je niet, het terrein is hier en daar erg glad en zompig.
Wandelpaden of schapenpaden ?
Met de toiletruimte aan je rechterkant volg je de verharde weg rechtdoor tot je op het onverhard gedeelte terechtkomt. Deze leidt naar een rood hek. Hier start de echte hike. Vergeet het hek niet achter je te sluiten.
Het pad kan af en toe wel tot verwarring leiden, zeker in mistige omstandigheden, want als je niet uitkijkt zit je op een afwijkend pad dat door schapen gemaakt werd. Er zijn veel van deze paden. Goed om te weten is dat het pad rechtsom de berg leidt die voor je ligt. Het is NIET de bedoeling dat je deze berg gaat opklimmen.
Hou de berg links van je, rechts ligt de oceaan. Probeer het pad te volgen dat zich ongeveer in het midden tussen de oceaan en de steilere flank van de berg bevindt. Zit je op een pad dat recht naar de top lijkt te leiden, dan zit je fout. De oceaan hou je altijd aan je rechterzijde, op een veilige afstand van de klifranden.
Vergeet vooral niet om af en toe eens rondom je te kijken. De uitzichten over de oceaan en de omliggende eilanden zijn zonder meer spectaculair te noemen.
Op een bepaald moment zie je de vuurtoren ver voor je al opdoemen. Kies het meest droge pad uit en ga er recht op af. Het pad kan er hier en daar venijnig glad bijliggen, maar als je valt val je lekker zacht in de zompige mosgrond van de omliggende velden.
Vanaf het moment dat de vuurtoren in zicht komt is het in feite alleen nog rechttoe rechtaan en kan het niet meer missen. Het is erg rustig in onze reisperiode en dat verrast ons toch wel vermits het toch paasvakantie is. We hebben het ganse terrein voor ons alleen. De zon blijft van de partij maar de felle wind helaas ook.
Eenmaal aan de vuurtoren gekomen merken we een koppel op met een baby. Ze hebben zich lekker gezellig, met picknickdoek, allerlei lekkernijen en al, genesteld tegen de deur van het gebouwtje.
Aan hun gedragingen te zien zijn ze niet van plan om snel plaats te maken voor andere (soms uitgeputte) wandelaars die ook speciaal naar hier zijn gekomen om een mooi plaatje te schieten.
Na ongeveer 20 minuten braaf wachten voel ik de drang om hen te vragen of ze het erg zouden vinden dat ik een foto neem van hét plekje waarvoor iedereen naar hier komt, maar dan wel zónder hun felgekleurde regenjassen en picknickdoek die het zicht verpesten. Ik heb echter geen zin in nodeloze discussies en besluit de omgeving een beetje te verkennen, weliswaar met een kleine dosis irritatie erbij, niet begrijpend hoe egoïstisch sommige mensen zich kunnen gedragen.
Er zijn twee paadjes die je verder kan volgen. Het ene loopt rechtdoor naar het uiteinde van de klif achter de toren en dat is wat je moet kiezen om het wereldbekende uitzicht te krijgen. Het andere pad volgt de rots rechts van de toren. Het is een erg smal pad bovenop de kliffen en misschien niet meteen geschikt voor mensen met hoogtevrees, en zeker niet als de wind om je oren blaast, maar al bij al zeker haalbaar voor de meeste mensen. Ook vanaf dit pad zie je landschappen die je nooit meer zult vergeten.
Felle windstoten en dus geen ‘Instagram’ view voor ons 🙁
We hebben een dik uur doorgebracht rond de vuurtoren in de hoop dat de windkracht wat zou afnemen zodat we toch naar het bekende uitzichtpunt zouden kunnen afzakken, maar helaas zat het er niet in. Toch een poging wagen zou, zeker met een kind erbij, ronduit niet te verantwoorden zijn. De onverwacht opduikende rukwinden zijn gewoon levensgevaarlijk op dat terrein.
Gelukkig zijn de gezellige picknickers na iets meer dan een uur toch vertrokken en kregen we uiteindelijk de kans om de Kallur vuurtoren van dichterbij te verkennen en te fotograferen…
Borðoy en Viðoy
Alvorens de volgende dag terug te keren naar Streymoy bezoeken we nog snel de twee eilandjes Borðoy en Viðoy. Er zijn amper wegen dus veel tijd heb je daar niet voor nodig, tenzij je voor de wandeltochten zou willen gaan, want die zijn er genoeg. Niet voor ons want onze tijd raakt op. Volgende keer trek ik hier gegarandeerd meer tijd voor uit en zet ik zeker de Klakkur hike (Borðoy) en Villingardalsfjall (Viðoy) op het programma.
We volgen de onverharde Múlavegur tot aan het piepkleine dorpje Múli, dat aan het einde van de wereld lijkt te liggen.
Mooi Dirk, de foto’s die je nam, alsook het verhaal. De periode dat jullie er waren moet ook prachtig geweest zijn. Wij bekomen net van 14 dagen Faroer in juli. De meest noordelijke eilanden waren voor ons de mooiste omwille van hun ruigte en pure karakter. Nolsoy en de wandeling tot de vuurtoren was landschappelijk weer anders en prachtig van kleuren door de bloeiende heide en donkere tinten van grassen tussenin. En dit zijn nog maar enkele highlights van een prachtige reis!
Hey Ann,
Heel fijn om je feedback te lezen! Dank je.
Dat is toch één van de fijnste plekjes om ècht te ontsnappen aan het hectische leven, nietwaar ? 😉
Hopelijk hadden jullie er in juli niet te veel last van de felle windstoten. Wij hebben daadwerkelijk enkele highlights niet kunnen doen omwille van de onvoorspelbare en zeer hevige windvlagen (april).
En wat was jullie ervaring met het toerisme in juli ? Viel het nog mee qua drukte op de iconische wandelroutes ?